Zindelijk worden gaat meestal vanzelf. Het is een belangrijke stap
in de ontwikkeling van kinderen. De zindelijkheidsontwikkeling hangt
nauw samen met de motorische, neurologische en psychosociale
ontwikkeling van het kind. Een kind moet het willen, durven, kunnen,
doen en blijven doen.
Daadwerkelijk zindelijk zijn betekent dat het kind aandrang voelt
en op eigen initiatief op een geschikt moment en een geschikte plaats
gaat plassen en poepen. In de meeste gevallen wordt een kind zindelijk
tussen de 2 en 4 jaar.
Maar wat als het zindelijkheidsproces anders verloopt?
Bij sommige kinderen verloopt het zindelijkheidsproces minder
makkelijk of kinderen blijven moeite houden om schoon en droog te
worden/blijven. Het verkeerd gebruik van de bekkenbodem (spieren) kan
hiervoor een reden zijn. Ook kan het komen door angst voor de toilet,
obstipatie, uitstelgedrag, een overactiviteit van de blaas en zo zijn er
nog veel meer oorzaken die kunnen zorgen voor poep en plas ongelukjes.
Ook een aangeboren (anatomische) afwijking, een traumatische ervaring,
een buikoperatie en/of recidiverende urineweginfecties kunnen ervoor
zorgen dat problemen blijven bestaan. En soms is er ook geen duidelijke
oorzaak of verklaring voor te vinden. Het komt ook veel voor dat een
kind na een droge periode ineens weer natte of vieze broeken heeft. Er
zijn veel verschillende factoren die een rol spelen bij het ontstaan van
de plas- en/of poepproblemen.
Samen met het kind en u als ouder brengen we alles in kaart en
komen we tot een kinderbekkenfysiotherapeutische diagnose en
behandelplan.